Ieder op zijn of haar eiland

Het frustreert me als werkloze meer en meer, dat verplicht op je eigen eiland blijven.
Het is iets dat me al stoorde van toen ik destijds als IT’er naar iets anders op zoek was. Toen ik nog wel werk had.

Maar nu ik zonder werk zit valt het me pas op hoe totaal gelimiteerd en kleingeestig sommige organisaties zijn.
Men geeft in de media en in campagnes de indruk heel modern en open-minded te zijn, maar in de praktijk zijn de meeste organisaties bekrompen als de pest. Zeker wanneer het aan komt om aanwervingen naar boven toe in hun al even bekrompen hiërarchie te verantwoorden.

Men wil altijd voor een vacature iemand die gemotiveerd, dynamisch, sociaal, sterk en leergierig is. Tot je NIET uit hun branche komt. Dan gaat die motivatie en andere eigenschappen waar men op zoek naar is meteen de deur uit.  Men wil NUL risico nemen, nul rekening houden met motivatie en op papier (naar hun oversten) zo veilig mogelijk een keuze kunnen verantwoorden.

Dus wanneer je uit branche A komt, en het daar kotsbeu bent, en totaal gemotiveerd bent om in branche B desnoods onderaan de ladder te beginnen, dan nog wil men je niet. Want oei-oei, de kandidaat heeft in branche B nog geen ervaring.

Het stoort me vooral omdat je op deze manier een compleet zieke arbeidsmarkt en arbeidsethos in gang houdt.  Zo kan je op je eiland waar je thuis in bent, maar één ding doen, namelijk er op blijven en zorgen dat je op dat zelfde eiland altijd werk hebt.  Wanneer ja dan blakend van motivatie en vertrouwen naar een andere branche stapt, waar je weet dat je een kans maakt om je job goed te doen en GRAAG te doen, dan moet men je meestal niet.
Dan valt de keuze op een andere, die ook gevangen zit op zijn of haar eiland. Branche B is dan je ervaring en daar moet je dan maar tot in de verdoemenis naar toe blijven streven.

Ik heb de laatste 3 jaar herhaalde malen tot op’t einde van een selectieprocedure uitgezongen, waar men mijn skills, motivatie en de wil om de taak te volbrengen allemaal heel tof vond, maar waar men dan toch op’t einde zegt “We hebben toch gekozen voor iemand die al ervaring had in de sector.”

Met andere woorden, beste afstuderende mensen: let heel goed op waar je als eerste werk terecht komt, want de kans dat je achteraf nog uit deze branche weggeraakt wordt met het ouder worden (en meer ervaring te hebben opgedaan) zienderogen kleiner.

Wie in de horeca zit, moet in de horeca blijven. Wie in de retail zit, moet maar blijven in winkels staan. Wie in de IT zit, mag vooral geen socialere job kiezen, en wie in de verkoop zit moet vooral blijven verkopen en vooral niet willen veranderen.

Er zijn uiteraard uitzonderingen, er zijn mensen in mijn omgeving zelfs die toch de overschakeling hebben kunnen maken, het is dus wel mogelijk, maar niet gangbaar.
Ik vind het een schande dat ik meermaals al als kandidaat de duimen heb moeten leggen, zelfs voor mensen waarvan achteraf (en voor mij op de test zelf) al meteen duidelijk was dat ze de job niet naar behoren konden uitvoeren.
Wanneer je een halftijds technische en halftijds sociale job aanbiedt ergens, neem dan aub eens een risico en probeer die IT’er die echt wil omschakelen aan (proefperiode is er voor iets hé), in plaats van weer op safe te spelen en de meneer of mevrouw aan te werven die op dat sociale eiland al 20 keer is rondgeweest en eigenlijk niet veel van techniek kent.

Maar helaas.  Omschakelen is in bepaalde sectoren ook een kwestie van “hun kliek” afschermen blijkbaar. …

En ik zal wel op “mijn eiland” blijven zoeken intussen. Om dan ook misschien iemand die wèl gemotiveerd is en wel IT wil doen vanuit een andere sector (iemand uit de horeca bijvoorbeeld) met hart en ziel z’n jobkans af te nemen. Want ook dat gebeurt.
En intussen verrot onze arbeidsmarkt verder. Met mensen die eenzaam op hun eiland zitten, samen met al die andere eenzamen.

Zieke arbeidsmarkt.


Gepubliceerd via http://dagboekvaneendopper.blogspot.com/

structureel tekort in de ICT

De voorbije dagen verscheen er in allerlei kranten dat er een te kort is aan ICT studenten. Vooral het aantal vrouwelijke studenten daalt zienderogen naar het schijnt.
De oorsprong van dit bericht zijn een aantal hogescholen (waar de directie blijkbaar net de juiste journalist op café is tegengekomen).

Welnu, ik bèn ICT’er van opleiding en ik kan je er meteen bij vertellen dat ik dus werkloos ben. Wanneer er toch een strucureel te kort zou kunnen zijn, is dat zeker iets dat zich momenteel nog niet manifesteert op de arbeidsmarkt.

Ik begrijp echter wel waarom er zo weinig mensen nog interesse hebben in deze richting. Wanneer je deze studie aanvat, weet je vantevoren dat het studeren nooit zal ophouden.

Op zich is dat voor vele mensen geen probleem, ware het niet dat dat bijstuderen vaak volledig voor eigen rekening (qua geld en tijd) komt, naast je job. Ondersteuning van de bedrijven uit is naar mijn ervaring nagenoeg nihil. Wanneer je al tijd en geld krijgt om bij te studeren is het meestal zo dat men er een zeer onangename uitbreiding van je takenpakket tegenover stelt.
De studierichting zelf is misschien wel interessant te noemen voor mensen die van ICT houden, het blijft echter lang niet zo interessant wanneer je ergens begint te werken.  Bij vele bedrijven en diensten (vooral in branches die zelf op zich niets met IT of ICT te maken hebben maar het enkel maar willen gebruiken) is het zo dat een IT’er als een soort vuile klusjesman wordt beschouwd.  Iemand die de boel toch maar om zeep helpt en alleen maar geld kost.  Dit is vaak een perceptie van onwetende mensen, in bedrijven waar af en toe technisch iets fout loopt. 

Hoe vaak is het niet dat je van werknemers aan een infoloket, helpdesk of balie hoort dat “heel de server weer plat ligt”.  Hoewel ze misschien gewoon niet de juiste instructies hebben opgevolgd om een bepaald programma te gebruiken. 
Alles is nogal makkelijk op “de computer” te steken (vooral bij stadsdiensten is dit een ware plaag, waar men vaak uit pure domheid geen printer kan bedienen en het dan maar op “de computer” steekt).

De ICT’ers in kwestie moeten dan maar zien hun blazoen op te poetsen door zoveel problemen op te lossen als mogenlijk.  Iets waar je meestal stank voor dank voor krijgt.
De ICT sector wordt ook geplaagd door enorme instromen van zogenaamde “consultants”, meestal migranten uit verre landen die zwaar onder de lonen van onze IT’ers komen werken om eenzelfde job uit te voeren.
Van zodra je niet meer up-to-date bent, gooit men je in de vuilbak en neemt men een Chinees, Portugees of Indiër aan die via Nederlandse consultants werd binnengebracht, …

ICT is een mooie richting, een interessante richting, voor mensen met motivatie, interesse en technische gaven, alleen jammer dat net deze vrij kwetsbare mensen als schotelvod worden gebruikt door bedrijven die vaak het moden equivalent zijn van fabrieksbazen uit de 19de eeuw.

Ik snap dan ook volkomen dat mensen van 18 momenteel andere richtingen kiezen dan de IT/ICT, want zelfs als afwasser in een restaurant, schoenenverkoper of witte tornado krijg je meer respect van de klanten.
Op dit ogenblik zou ik zelf nooit nog deze richting kiezen, …  om het even welke andere richting geeft je meer kansen en vooral meer vreugde in je werk.


Gepubliceerd via http://dagboekvaneendopper.blogspot.com/

drempels

Misschien kent u het vroegere eenheidstype nog?  Dat mislukt onderwijssysteem om te hervormen en te besparen,… welnu, sinds de invoering in de jaren tachtig zijn er mensen zoals ik op de markt gekomen.  Mensen die eigenlijk slachtoffer zijn van een onderwijssysteem dat enkel om de leerkrachten en leerplannen ging, maar niet over de leerlingen.  Leerlingen waren cijfertjes die braag moeten blijven, ‘hun punten halen’ en vooral zo snel mogelijk op de arbeidsmarkt moesten gedumpt worden.

Dennis Dopper is zo iemand, jaren later.
“Je kan je altijd aanpassen”, hoor ik dan.  “We zijn een learning society”, hoor je ook wel eens uit de mond van iemand die zelf nooit hoeft bij te studeren. In feite is het zo, maar je wil vooral werken, iets nuttigs kunnen doen, maar wanneer je in job-blaadjes kijkt zie je alleen maar fucnties die een hele waaier aan diploma’s en ervaring vragen.  Men wil de viertalige wonderboy die als een ware witte raaf in zijn vakgebied met 150% motivatie door zijn werk raast. Naar mijn mening bestaan zulke mensen niet, want zelfs diegenen waarvan je denkt dat ze zo zijn hebben meestal een manier gevonden om zulk imago aan te meten.

Wat nog het ergste van al is, is dat je al snel vast zit in een branche.  Wanneer je bijvoorbeeld jaren in de verkoop hebt gewerkt kan je niet ‘eventjes’ een zijsprong maken naar een hele andere job; al was het maar om een jaartje dichter bij huis te werken omdat je een kind krijgt, of om je huis te verbouwen.
Achteraf, wanneer je naar je eigen branche wil terugkeren, bekijken mogelijke werkgevers argwanend naar je C.V.  Waar men dan vijf jaar bedrijf A ziet staat, enkele jaren bedrijf B en dan een jaar ‘broodjes smeren in een lokale snackbar’.  Niemand begrijpt blijkbaar dat je even wat anders wilde, om welke reden dan ook.  De interpratatie wordt nog erger wanneer je jaren uit je eigen branche stapt, op zoek naar iets anders of beters. 
Ikzelf ben licht op zoek naar een andere richting, een tocht die waarschijnlijk gepaard zal gaan met het bijstuderen.  Het erge is dat je in dit land bijna niet van richting kan veranderen, tenzij je echt definitief afscheid neemt van je eigen leest. Een schoenmaker die opeens wil gaan brood bakken kan daarna zogenaamd nooit meer aan de slag als schoenmaker.  Wat jammer is, want ik ken veel mensen die eens eventjes iets anders zouden willen doen, maar niet kunnen omdat hun C.V. er anders ‘onbruikbaar’ zal uitzien.


Gepubliceerd via http://dagboekvaneendopper.blogspot.com/