spoor kwijt

Gisteren ging ik naar de job dag van de nmbs. Ze hadden bij b-rail (want so moet je de spoorwegen tegenwoordig noemen) een soort werknemersbeurs opgezet waarbij het de bedoeling was om technische mensen te vinden.  Men zocht dus IT en ICT personeel en daar kon dan meteen ook een heuse HR-campagne tegenaangesmeten worden (al is “www.despoorwegenwervenaan.be” niet meteen iets dat lekker bekt.

Ik was uitgenodigd na het versturen van mijn CV en begaf me dus naar het Zuidstation restaurant aan het Hortaplein.  Na wat zoeken (ik stond aan de verkeerde kant van Brussel-Zuid, iets waar men met speren naar mensen werpt en het altijd naar pita en suikerwafels ruikt) vond ik de plek waar ik me moest aanmelden.

Na een totaal overbodige security check aan de ingang ‘Komt u voor de ICT job day?’  ‘eh ja’ ‘Komt u maar binnen’, ging ik naar de welkomstbalie. Een stuk of vier duidelijk voor hun looks gekozen vrouwen keken na of ik wel op de lijst van genodigden stond, waarna ik een soort festivalbandje om mijn pols kreeg en twee drankbonnen. 
Werklozen drankbonnen geven, ik had het niet verwacht.

Ik begaf me in een vrij kleine maar luxueuze zaal waar men verschillende stands had gemaakt voor de verschillende departementen. Waarbij het meteen opviel dat alles dat met programmeren te maken had een beetje te veel succes kende. Er stond een wachtrij die zeker een uur of langer zou duren. Mensen met nette pakken, te strakke pakken maar ook enkele versleten kostuums de om hun vaak te dikke lijven spanden.
Het ‘kraampje’ waar ik moest zijn was bezet door een viertal werknemers van b-rail die druk aan het praten waren met kandidaten.
Ik ging in een rij staan, waarna een nmbs-medewerkster me aansprak in het Frans en me vroeg of ik stond aan te schijven.  “Oui’.  Ze ging daarna weer weg en kwam even later terug met iemand die Nederlands praatte. Een Japanner met een extreem mooi, duur, net pak wandelede voorbij de rij wachtenden en ging meteen zitten naast een van de medewerkers net op het moment dat de vorige kandidaat opstond van zijn stoel. 
Ik dacht “slimme jongen”, maar ik betwijfel of ze Japanners die weggelopen lijken uit een Tarantino film meteen nodig hebben bij een bedrijf waar de treinen meestal te laat zijn.  Ik stelde me de jongen voor met een nmbs-pet en een fluitje in de mond.

Na een half uur was het mijn beurt om met een medewerker te praten. De man sprak geen Nederlands, iets wat ik wilde oplossen door Engels te praten, maar hij verwees me met de nodige gebaren naar die ene Nederlandstalige die me kon helpen. Hij sprak enkel Frans. Geen erg, ik spreek enkel Nederlands en Engels, en Frans als je niet te lang wil luisteren.

Er liepen obers rond, maar die kreeg ik niet te pakken, hoewel ik mijn drankbonnen wilde gebruiken. Ik had tenslotte 14 euro moeten betalen om naar hier te komen met de trein,… een drankje had wel gemogen.
Maar helaas, de drank bleek bestemd te zijn voor mensen die een glimmend pak aan hadden en een stropdas met streepjes.  Een oude man was foto’s aan’t maken, waarschijnlijk voor op de website.

Na weer een boel aanschuiven kwam ik bij die Nederlandstalige man terecht, die me eerst aanhoorde, mijn CV las (een unicum tegenwoordig!) en vertelde dat ik niet echt in het profiel paste, maar dat hij niet kon zeggen bij welk kraampje ik dan wel moest aanschuiven.  Ik drukte er op dat ik kwam voor een bepaalde branche binnen hun organisatie, maar dat ik nergens het juiste kraampje vond.  Hij kende zelf enkel maar iets van projecten leiden, niets van techniek.  Ik gaf’m mijn CV af, die hij samen met een ingevuld blad met gegevens over mijn capaciteiten aanelkaar niette en in een bruine map stopte.  Zijn tanden waren vies, er zat bruine smurrie tussen de voortanden en hij was te gemaakt vriendelijk.

Ik bedankte hem en verliet de zaal via de ingang, waar inmiddels enkele meisjes in een korte jurk stonden fruitsap te drinken. Ze praatten over hoe druk en chaotisch het wel niet was. 
Daarna spoorde ik terug naar huis.
Op de trein zat enkele meters verder een enorm dikke jongen in een zwart pak, hij haalde een map uit zijn nieuwe aktetas waarin documentatie zat over de nmbs job dag en hij telefoneerde zenuwachtig met iemand van het thuisfront.  ‘Jaja, ik heb mijn CV af kunnen geven,… ja, ja, ik denk wel dat ze programmeurs nodig hebben, maar ik moet nu wachten. Ja nee, dat weet ik niet.  Misschien.  Nee, dat niet. Programmeurs, wel ja niet echt zo. Uhu, nee, nee,… maar, nee….’

Ik keek naar buiten en zag recht op een groezelige straat waar een mevrouw gekleed in zwarte lingerie in haar raam een magazine van de grond raapte, waarna ik mijn ogen sloot en mijn mp3 speler opzette.  “Veertien fucking Euro”, zei ik zachtjes.


Gepubliceerd via http://dagboekvaneendopper.blogspot.com/

Dit is ons land (daarom huren wel het terug)


Vlaams Belang, samen met een boel organisaties als voorpost en het Taal-aktie comité (TAK), voerden vandaag actie in Halle.

Op zich niets bijzonders, ze kwamen op voor het uitvoeren van de taalwetgeving en tegen het plakken van affiches door Franstalige partijen in hun gemeente. Tot dus ver niets nieuws, niet bijzonders. Ik vind persoonlijk dat ze het volste recht hebben om de wetgevingen te laten toepassen die er zijn, zeker op hun eigen grondgebied. Los van of ik deze TAK mensen nu sympathiek vindt of niet, een wet die net gemaakt is om Vlaams taalgebied te vrijwaren van Franse invloed, mag ook toegepast worden. So far, so good.

Wat me echter meer en meer begint te storen aan deze kleine oorlog is de symboliek en de toenemende domheid waarmee de Vlaamse bewegingen (en er zijn er nogal wat zo te zien aan de beelden,… bijna iedereen die er rondliep had een t-shirt aan van een andere organisatie, de ene al wat Vlaamscher dan den anderen).
De symbolen die ze gebruiken zijn : een grote geel-zwarte Vlaamse vlag, een reeks oranje-zwarte slogans op plakkaat en vooral de verkiezingsaffiche met daarop een kindje met de geel-zwarte beschildering op de wang met daarbij de tekst ‘dit is ons land’.

Dit laatste stoort me geweldig, en wel hierom.
Deze verkiezingsborden (Dit is ons land) worden overal te lande neergepoot, al dan niet op privé terrein. Het wil de indruk wekken dat deze partij voor dit grondgebied op komt, dat ze met andere woorden HUN land verdedigen.
Op zich is dit een lovenswaardig iets. Men vecht, al dan niet met geweld, voor het behoud van de taal, cultuur en leefwereld.
Het is echter zo dat zelfs deze plakkaten meestal in de grond staan op grondgebied dat niet Belgische, Vlaams, noch Europees is, maar in privé handen (vaak van bedrijven of privé personen) ironie is hier niet de bedoeling denk ik.
Zo zag ik in de berm een ‘ons land’-affiche staan, net voor een villa van een rijke Nederlander.
Dit laatste is ook symbolisch te noemen, terwijl de druktemakers een affiche-oorlog uitvechten met Franstalige keikoppen (wat dat zijn het hoor), is dat land dat ze HUN LAND noemen reeds onder hun voeten uit verkocht, niet door Franstaligen maar door mensen als Dehaene en Martens die een Europees soort monster hebben inelkaar geknutseld waar we nu aan ten onder gaan.

Ze begrijpen blijkbaar niet dat de laatste twee tot drie decennia Vlaanderen zijn banken, telecom-uitrusting, nutsvoorziening, elektriciteitsleveranciers, goede wetten en zelfs supermarkten is kwijtgeraakt aan Europa.

Het spijtige van deze zaak is dat deze “koene Vlaamschen Ridders” toen nergens te bespeuren waren, geen protestacties, geen keien smijten naar het EU parlement, geen rookbommetjes, zelfs geen mars op Brussel… niets!
Ook niet toen we gedwongen aan Europa werden vastgeketend, niet wanneer men GB uitverkocht aan de Fransen, niet wanneer men Electrabel kado gaf aan Suèz en ook niet toen men Telenet voor het grootste deel aan Amerikaanse aandeelhouders over liet.
De Vlaamse kloppers, stampers, vendelzwaaiers en taalpuristen staan nochtans met een twee op drie meter grote Vlaamse vlag te zwaaien en ‘eigen volk eerst’ te scanderen wanneer er een Franstalige een affiche probeert tegen een muur te hangen in een gemeente van ocharme 34000 inwoners en een stal vol koeien.

Deze mensen zijn nuttig, laat me daar geen afbreuk aan doen, ze komen op voor hun taal en land, maar volgens mij op een compleet foute manier. Een manier die totaal niets uithaalt. Want na zo’n manifestatie gaan ze waarschijnlijk Duits geïmporteerd bier drinken in een café dat van een Braziliaanse brouwerij is en stappen ze daarna halfdronken in hun Duitse wagen die in Frankrijk werd geassembleerd en rijden ze naar hun huis dat ze afbetalen aan een Nederlandse bank.
Realiseert er dan geen één van die mensen dat ze geen ‘ons land’ meer hebben?
Snappen ze niet dat wanneer je voetbalploeg 3de laatste staat in de rangschikking op 2 speeldagen van het einde je waarschijnlijk geen kampioen zal spelen?

Ze zijn Vlaams op z’n kleins. De kleine, bange, maar soms agressieve Vlaamse keuterboer die heel af en toe eens een kluit zand naar zijn tegenstrever durft werpen, maar niet genoeg ruggengraat heeft om met zijn tractor bij de burgemeester binnen in de huiskamer te rijden om zijn recht op te eisen.
Ik roep hier niet op tot geweld uiteraard, in tegendeel, men kan dit soort macht ook laten gelden in het zo gehate Europese parlement, in plaats van er net als wijlen Karel Dillen 15 jaar aan een stuk te liggen slapen op een stoel terwijl de Belgische centjes binnenrollen (ge moet het maar doen als ex-taxichauffeur).

Je KAN echt iets doen, je KAN echt je land, HUN LAND redden van de TOTALE uitverkoop, maar het is op dat gebied 5 voor 12. Je mag nu niet langer meer treuzelen of tijd verliezen aan een onnozele affiche-oorlog.
Wanneer je ONS land wil redden, besef dan heel goed dat er meer zal nodig zijn dan lijdzaam toezien hoe echt elk brokje cultuur, patrimonium en al onze nutsvoorzieningen (tot de wegen en medische hulp toe achtereen!) naar het buitenland zullen vertrekken.
Mensen van de liberale familie (LDD en OpenVLD) willen net dàt, ze willen nu niets liever dan zoveel mogelijk naar de privé doorschuiven, en we weten allemaal wat er dan gebeurd: binnen de kortste keren moet je dan aan een Spaanse of Poolse firma betalen om de oprit naar de E19 te mogen gebruiken.

Drie grote punten waarom de slogan ‘dit is ons land’ zo fout is:

1) Er is elk jaar een grotere emigratie door actieve Vlamingen (diegenen die slim zijn vertrekken en kijken naar zichzelf, in plaats van te wachten op een politieke oplossing die er toch nooit komt). Deze mensen zijn voorgoed weg, en worden niet vervangen door actieve inwijkelingen. De term ONS land is dus voor velen onder ons al geen geloofwaardige term meer, de cijfers spreken voor zich.

2) De gronden van Vlaanderen zijn grotendeels in handen van buitenlandse firma’s en investeerders met grote projecten. Wij zijn straks huurders van ons eigen land wanneer het zo doorgaat. Ik zie het ooit nog gebeuren dat een Vlaamse gemeente aan Frankrijk moet huur betalen om haar eigen grondgebied te mogen besturen.

3) De uitverkoop is in gang gezet door CD&V, SP.A en OpenVLD, toch blijven deze partijen zo goed als nul weerstand krijgen van de bevolking, of van de oppositiepartijen die deze taak zouden moeten op zich nemen. Men biedt geen weerstand tegen de EU, en daarom gaat de uitverkoop gewoon verder. Straks zijn we zoals Oostenrijk, waar elke nostalgische berghut momenteel wordt uitgebaat door een Nederlander. Europese cultuur zeg maar… een economisch soort equivalent van een krabbennmand.

Aan Vlaams Belang, Voorpost, TAK, NVA, en andere Vlaamse organisaties: Stop met jullie belachelijk te maken en holle slogans te roepen en verdedig uw land ècht. Dat betekent dus in Europa, op straat, in de gemeente en stad en niet alleen door met een vlag te zwaaien die al lang de lading niet meer dekt.

links:
http://www.deredactie.be/permalink/1.532980
http://www.vlaamsbelang.org/0/5992/
http://www58.wolframalpha.com/input/?i=halle