Thuis…

Ik open mijn ogen en zie de zon binnenstralen. Een nieuwe dag zonder werk, een nieuwe dag waarbij de hoofdtaak zal zijn om zo weinig mogelijk geld te spenderen. 
Sinds enige tijd woon ik samen. Een gevoel dat ik niet vaak heb gehad is om samen te wonen en werkloos te zijn tegelijkertijd. Wanneer je alleen woont doe je in principe wat je wil.  Wanneer je dan geen geld hebt, of geen job, is dat enkel maar lastig voor jezelf.  Je ligt desnoods heel de dag in je bed, of gaat koortsachtig op zoek naar werk à ratio van twee sollicitaties per dag, het is volledig aan jezelf op dat ogenblik.

Ik open de gordijnen en zit even later aan de koffietafel om zeven uur ‘s ochtends, ik kijk naar mijn partner en weet dat ze ook nog aan’t wakker worden is.  Het verschil is dat zij zo dadelijk moet gaan werken, en dat ik achter mijn pc ga zitten zoeken naar vacatures die min of meer ok zijn om op te reageren. 
Het alleen achterblijven in een woning waar allerlei taken moeten gebeuren is op zich niet zo erg, maar je voelt na een tijd wel dat je enkel maar wat randapparatuur bent.  Je kuist, ruimt op en doet hier en daar een boodschap, maar de hoofdzaak blijft door je hoofd spelen; werk vinden.

Laats belde nog iemand van een firma me op, ze artikuleerde zo onduidelijk en routineus dat ik nauwelijks een woord verstond van haar Arabische tongval gemixed met desintresse.  Ik zat zogenaamd in de uit-te-nodigen mensen.  Ook na navraag bleef de firmanaam me even onbekend in oren klinken, waarschijnlijk had ik niet eens naar deze mensen iets gestuurd, want ik solliciteer vrij gericht.
Even later dronk ik het restje koffie uit en copiëerde ik andermaal een papier voor de vakbond, blijkbaar hebben ze weer drie weken nodig om een dossier in orde te brengen waarvan ze in principe alles al twee keer van me hebben gekregen.  Het is juli en blijkbaar zitten er overal mensen te werken op administraties die op minimale bezetting draaien.  Net zoals mijn motivatie.


Gepubliceerd via http://dagboekvaneendopper.blogspot.com/

de motivatiefabriek

Deze week was slecht op de cursus. Niet alleen was er de totale demotivatie van de leerlingen (gevoed door het feit dat deze cursus drie keer langer duurt dan zou moeten), maar er was ook een soort van onrust voelbaar. Iedereen wordt zenuwachtig nu de eindmeet in zicht is en er niet echt merkbare marktwaarde te bespeuren valt bij ons.
Blijkbaar hebben de docenten opeens ook een soort van hogere versnelling ingezet (uitzonderlijk voor ambtenaren) om zo snel mogelijk, zoveel mogelijk leerstof erdoor te rammen en zodoende de theoretische kennis over de cursus voor de heilige vakantie erdoor te hebben gehaald.
Ik vraag me af waarom. Is er niets mis aan deze manier van werken? Eerst twee à drie maanden zo goed als niets doen, tot slaapverwekkende toestanden toe, om daarna met de vakantie in zicht zo snel als menselijk mogelijk is alles er door te rammen? Ik begrijp ook niet waarom we nu opeens allerlei tussentijdse examens krijgen die op niets slaan, die nauwelijks wat te maken hebben met de technische aspecten van de cursus. Men is de pedalen kwijt, zoveel is duidelijk.

Bij mij persoonlijk resulteerde dit in mijn eerste echte slechte tussentijdse examens (mijn groetensoep smaakte zuur en ik had er te veel zout in gedaan). Op zich lig ik er niet wakker van, het ging toch over onderwerpen die van verre of nabij niks met het onderwerp te maken hebben. Ik vind het alleen jammer dat men nu opeens het tempo heeft gevonden dat men eigenlijk in’t begin al had moeten vinden.
Op deze manier hadden we waarschijnlijk al lang klaar kunnen zijn met de cursus, en misschien nog tijd over gehad om enkele mindere punten bij te schaven. Niet dat er veel te veranderen valt aan hun manier van werken. Het minste kritiek dat we geven vanuit de klas naar de docent toe, over de leerstof of over de manier waarop deze wordt ondervraagd, wordt in de kiem gesmoord. Nog meestal met een halve scheldtyrrade erbovenop over hoe blij we wel niet moeten zijn met de geleverde service en leertof.
Uiteraard zijn we tevreden dat er met ons belastingsgeld toch ièts gebeurd, alleen zou het mooi zijn dat dit geld niet alleen wordt aangewend om ambtenaren zo lang mogelijk een cursus te laten uitspuwen, maar om daadwerkelijk mensen aan’t werk te helpen.
We moeten leren en werken om het einddoel te bereiken, daar ben ik het mee eens, maar de manier waarop men ons helpt is verre van efficiënt te noemen en staat zo ver af van wat er echt gebeurd in de groentensoep-sector dat ik me ernstige vragen stel bij de graad van tewerkstelbaarheid van deze mensen eens ze deze veel te lange cursus beïndigd hebben.

De vdab lost dit simpel op: men meet niet hoeveel mensen er precies aan’t werk geraken, men heeft hier geen cijfers over, zogenaamd om privacy redenen. De vdab is dus een fabriek waar men belastingsgeld omzet in opleidingsdagen voor werklozen, zonder te meten of deze mensen na drie, zes of twaalf maanden al werk hebben, en zo ja, nog aan’t werk blijven daarna. Eens de opleiding gedaan is hangt het puur van de individuele opvolging af van de docenten om te weten wat het effect was van de opleiding.
In ieder geval, waar maak ik me druk om, ik ben rustig verder CV’s aan’t versturen, en vroeg of laat bijt er wel een bedrijf dat enig potentiëel ziet in mij, ik weet wat ik waard ben en ik weet waarom ik bij deze cursus mijn spreekwoordelijke broek zit te verslijten. Oorspronlijk was dat om iets bij te leren, maar momenteel is dat puur om de tijd vol te maken en niet hele dagen in bed te liggen jammeren.
De Vdab geeft misschien wel begeleiding, maar het motiveren van mensen is duidelijk niet hun taak, in tegendeel.


Gepubliceerd via http://dagboekvaneendopper.blogspot.com/