Onderwijs voor iedereen

Vandaag met verbijstering gekeken naar de parlementaire zitting waar er werd gesproken over de problemen met plaatsgebrek in het onderwijs.
De problemen zijn eigenlijk heel simpel volgens mij; de staat heeft, in zijn taak om onderwijs te verstrekken gefaald.
Heel simpel, wanneer er mensen zijn die op ellelange wachtlijsten moeten staan of hun kinderen ergens ver weg moeten naar school brengen, is er iets mis.

Zoals gebruikelijk bij de overheid en de politici, heeft men nooit de moeite genomen om al dat vele papierwerk dat ze door de scholen laten verzamelen eens serieus te bestuderen.
Het is nochtans heel eenvoudig om zulke problemen te zien aankomen.  Je neemt de geboortecijfers in een bepaalde streek, je voegt daar vijf jaar bij, en je telt er ook het aantal inwijkelingen bij op.  Dan kom je tot een vrij goede indicator om in te kunnen schatten hoeveel kinderen er in deze streek school zullen moeten gaan lopen.
Indien je dan ook nog eens de perfect te volgen capaciteit van de scholen vergelijkt, is het plaatje zelfs ‘live’ op te volgen; een beetje computerprogrammeur heeft hier waarschijnlijk op een week een deftige applicatie voor geschreven.
Maar de diensten van onze minister van onderwijs houden zich blijkbaar liever bezig met het … tja… eh… niets doen?

In een o-zo politiek correct halfrond als het Vlaams Parlement kan het toch niet zijn dat men de noden van de bevolking zomaar laat verloederen.  Enkele rechtse politici gaven hierop de tip om de kinderen van Nederlandstalige ouders in te schrijven als niet-Nederlandstaligen, … iets dat een voorkeursbehandeling zou opleveren.  Op zich geen slecht idee, misschien kan je ook meteen een beetje schoensmeer op de kindjes hun gezicht smeren om er zeker van te zijn dat je eerst in de rij mag staan.

Er is in ieder geval iets zwaar fout aan het lopen in ons onderwijs, ik heb het al vaker gezegd, maar het blijft een feit dat er niet of nauwelijks iets aan de praktijk getoetst wordt in dit land.  Alles gaat op papier, via dossiers en allerlei achterhaald papierwerk.
Je moet volgens mij vooral kijken naar de effecten van zoveel allochtonen in een klas -want jaja, daar gaat het eigenlijk ècht om- het kan niet zijn dat er in een klas van 25 leerlingen er 6 zitten die geen Nederlands kennen, onze gewoontes niet hebben en eigenlijk gewoon daar maar wat zitten vragen te stellen.  Ik heb niets tegen deze kindjes (wel iets tegen de mijnheren die deze kindjes hun ouders hier alle voordelen geven zonder daar iets voor in ruil te krijgen), maar ik heb wel iets tegen verloedering.
Wanneer je als land een goed onderwijssysteem hebt, is het toch onvoorstelbaar dom om deze voorsprong uit handen te geven?  En waarom? Om enkele mensen die “meer aandacht” nodig hebben een hele klas te laten zakken in niveau?

De minister van onderwijs zouden beter een IN de klassen gaan kijken, er zijn te veel leerlingen in een klas, in te slechte gebouwen, in verouderde lokalen met verouderde middelen en in die moeilijke omstandigheden worden er dan ook nog eens een pak allochtonen in de groep gesmeten waar de leerkracht dan maar een reeks lesplannen mee moet zien te halen.  Geen wonder dat er steeds meer van deze leerkrachten het opgeven of vaak ‘ziek’ zijn.

De oplossing is zoals vaak vooral een durf om de echt problemen, los van politieke idealen, onder ogen te zien.
Natuurlijk is het nobel en correct om voor ieder kind, ongeacht de afkomst, onderwijs te bieden.  Natuurlijk is het heel mooi om dit voor de camera’s vol te houden, … maar het houdt totaal geen steek wanneer de middelen beperkt zijn.
Blijkbaar moeten we vrijgevig en tollerant zijn wanneer we cadeaus weggeven (want onderwijs geven is een geschenk aan die mensen) maar mogen we vooral geen vragen stellen over wat er met de cadeaus gebeurt.
Parels voor de zwijnen is het vaak.  Maar wanneer je daar een opmerking over maakt, vind je jezelf naast rechtse foute figuren gesitueerd, dan opeens ben je onverdraagzaam en slecht.

Ik vind het enorm onverdraagzaam van een democratie om mensen die slim zijn en die vooruit willen te laten onderwijs volgen ver van huis in een klas vol allochtonen die het niveau verlagen.  Aangezien onderwijs een recht is voor iedereen, dan is degelijk onderwijs ZEKER een recht voor iedereen.

Men heeft er blijkbaar plezier in in politieke middens om van ons onderwijs een kruising te maken tussen een ocmw-kinderopvang en een bezigheidskolonie, waar achtereen alleen nog gedemotiveerde moeders voor de klas staan en domme kinderen de meerderheid uitmaken van de klas, terwijl de echte toekomst van ons land achteraan in overvolle klassen zich frustreert over de gemiste kansen.  Deze generatie zal òòk ouder worden, en beseffen dat ze opzij zijn geschoven.  Deze generatie zal zich niet laten manipuleren door een bende politici die hun falen verdoezelen als ‘democratisch’.  Want we spreken over kinderen die nu nog niet veel zeggen, maar verdomd goed weten hoe de media-manipulatie werkt.  Het jammere is dat er niet meer te discussiëren zal vallen,…

Stem aub de bende Leterme en Kris Peeters weg want hun regetingen zijn ons onderwijs aan’t afbreken in sneltempo.

Frans spreken met de VdaB

Ik ben een van die mensen die ooit in een onderwijssysteem is terecht gekomen waar het huilen was met de pet op inzake lessen Frans. Het ging van fin-de-carrière leraressen die naar Cognac (hoe toepasselijk) stonken, over lessenroosters die niet werden uitgevoerd, om uiteindelijk uit te monden in de niet-opelkaar inspelende interpretatie van de eindtermen tussen de verschillende onderwijsnetten. Vele mensen van mijn leeftijd hebben hetzelfde probleem gekend.
Eindresultaat is dat mensen met het schoolfrans geen al te hoge toppen scheren in deze maatschappij.
Ikzelf heb enige jaren tussen franstaligen gewerkt en ken dus nog hier een daar een woordje of standaardzin om me te behelpen, maar voor de meeste werklozen die deze cursus volgen is Frans even vreemd als Fries of Portugees.

De Vdab heeft ook hier een oplossing voor gevonden, op het eerste zicht dan toch. Het gaat als volgt.
Men gaat eerst in de klassen rond om met de leerlingen één voor één een gesprek te hebben van om en bij de twee minuten (genoeg blijkbaar om iemand’s kennis van een taal in kaar te brengen). Dit gebeurd om half negen ‘s ochtens, een uur waarop zelfs Fransen niet echt Frans praten, laat staan werkloze Vlamingen. Daarna krijg je de beoordeling dat je de komende lessen moet volgen.
De lessen zelf worden vol overgave gegeven door een zowaar gemotiveerde persoonlijkheid uit de Walen, waar men “Nonante” zegt tegen “Quatre-vingt-dix”. Men heeft maar enkele dagen de tijd om deze vormloze groep doppers iets bij te brengen, daarom kiest men voor de papegaai-methodiek waarbij iemand een zin leest of zegt, en de andere het napraat. Dat napraten wordt net zo lang herhaalt tot je het zinnetje echt wel erin gestampt hebt. De mensen kunnen deze zin dus in de juiste omstandigheden nabootsen en naklanken, maar weten niet hoe het geschreven wordt en hebben ook gee idee van de precieze betekenis.

Eindresultaat is dat men enkele standaard-zinnetjes die nuttig zijn bij een sollicitatiegesprek van buiten laat leren door werklozen, om zodoende een iets grotere kans te hebben om door de gespreksronde te geraken bij vooral kleinere firma’s waar men niet de tijd heeft om diep in te gaan op de sollicitant’s kennis van het Frans.

In feite bedot de Vdab de werkgevers (en ook de werklozen) een beetje. Ze laten mensen van wie ze weten dat ze de taal Frans niet machtig zijn, met een truukje nèt genoeg van buiten leren en na-papegaaien om zich te kunnen handhaven in een sollicitatiegesprek.
Eens aangeworven zijn ze natuurlijk even waardeloos dan daarvoor. Waarna ze binnen de kortste keren door de mand vallen en opnieuw aan de dop staan.

Op die manier blijft de winkel van de VDAB weer draaien uiteraard, want telkens er iemand aan werk wordt geholpen door hen krijgen ze waarschijnlijk subsidies, waarna ze opnieuw de schuld aan ‘de economie’ kunnen geven en meer middelen vragen.

Uiteraard is het tof dat er op z’n minst ièts gebeurd met mensen die onvoldoende Frans kennen, maar het zou beter zijn dat dit probleem op twee fronten wordt aangepakt (en met minder geldverspilling). Nochtans kan dat makkelijk: zorg voor betere onderwijsmethodes (en lesplannen, eindtermen) terwijl je tegelijkertijd de mensen voor wie het te laat is, die al slecht onderwijs hebben gekregen, extra middelen worden vrijgemaakt samen met de bedrijven die Franstaligen nodig hebben.
Op die manier moet je niemand bedotten om subsidies los te weken en uiteindelijk de problemen alleen maar te laten aanslepen.


Gepubliceerd via http://dagboekvaneendopper.blogspot.com/