Frans spreken met de VdaB

Ik ben een van die mensen die ooit in een onderwijssysteem is terecht gekomen waar het huilen was met de pet op inzake lessen Frans. Het ging van fin-de-carrière leraressen die naar Cognac (hoe toepasselijk) stonken, over lessenroosters die niet werden uitgevoerd, om uiteindelijk uit te monden in de niet-opelkaar inspelende interpretatie van de eindtermen tussen de verschillende onderwijsnetten. Vele mensen van mijn leeftijd hebben hetzelfde probleem gekend.
Eindresultaat is dat mensen met het schoolfrans geen al te hoge toppen scheren in deze maatschappij.
Ikzelf heb enige jaren tussen franstaligen gewerkt en ken dus nog hier een daar een woordje of standaardzin om me te behelpen, maar voor de meeste werklozen die deze cursus volgen is Frans even vreemd als Fries of Portugees.

De Vdab heeft ook hier een oplossing voor gevonden, op het eerste zicht dan toch. Het gaat als volgt.
Men gaat eerst in de klassen rond om met de leerlingen één voor één een gesprek te hebben van om en bij de twee minuten (genoeg blijkbaar om iemand’s kennis van een taal in kaar te brengen). Dit gebeurd om half negen ‘s ochtens, een uur waarop zelfs Fransen niet echt Frans praten, laat staan werkloze Vlamingen. Daarna krijg je de beoordeling dat je de komende lessen moet volgen.
De lessen zelf worden vol overgave gegeven door een zowaar gemotiveerde persoonlijkheid uit de Walen, waar men “Nonante” zegt tegen “Quatre-vingt-dix”. Men heeft maar enkele dagen de tijd om deze vormloze groep doppers iets bij te brengen, daarom kiest men voor de papegaai-methodiek waarbij iemand een zin leest of zegt, en de andere het napraat. Dat napraten wordt net zo lang herhaalt tot je het zinnetje echt wel erin gestampt hebt. De mensen kunnen deze zin dus in de juiste omstandigheden nabootsen en naklanken, maar weten niet hoe het geschreven wordt en hebben ook gee idee van de precieze betekenis.

Eindresultaat is dat men enkele standaard-zinnetjes die nuttig zijn bij een sollicitatiegesprek van buiten laat leren door werklozen, om zodoende een iets grotere kans te hebben om door de gespreksronde te geraken bij vooral kleinere firma’s waar men niet de tijd heeft om diep in te gaan op de sollicitant’s kennis van het Frans.

In feite bedot de Vdab de werkgevers (en ook de werklozen) een beetje. Ze laten mensen van wie ze weten dat ze de taal Frans niet machtig zijn, met een truukje nèt genoeg van buiten leren en na-papegaaien om zich te kunnen handhaven in een sollicitatiegesprek.
Eens aangeworven zijn ze natuurlijk even waardeloos dan daarvoor. Waarna ze binnen de kortste keren door de mand vallen en opnieuw aan de dop staan.

Op die manier blijft de winkel van de VDAB weer draaien uiteraard, want telkens er iemand aan werk wordt geholpen door hen krijgen ze waarschijnlijk subsidies, waarna ze opnieuw de schuld aan ‘de economie’ kunnen geven en meer middelen vragen.

Uiteraard is het tof dat er op z’n minst ièts gebeurd met mensen die onvoldoende Frans kennen, maar het zou beter zijn dat dit probleem op twee fronten wordt aangepakt (en met minder geldverspilling). Nochtans kan dat makkelijk: zorg voor betere onderwijsmethodes (en lesplannen, eindtermen) terwijl je tegelijkertijd de mensen voor wie het te laat is, die al slecht onderwijs hebben gekregen, extra middelen worden vrijgemaakt samen met de bedrijven die Franstaligen nodig hebben.
Op die manier moet je niemand bedotten om subsidies los te weken en uiteindelijk de problemen alleen maar te laten aanslepen.


Gepubliceerd via http://dagboekvaneendopper.blogspot.com/

ex-oostblokkers en ons

Nu de val van de Berlijnse muur twintig jaar achter ons ligt, lijkt het me mooi om even een ‘down to earth’ toestand te schetsen die zich momenteel voordoet. De Oost-Europese landen worden dan wel ex-Sovjetstaten genoemd, de Westerse landen zoals België mogen voor mijn part sindsdien als ex-Westerse landen aangeduidt worden.
We zijn niet zo Westers als dat men ons wil laten geloven, een eenvoudige blik in de klassen waar ik langsloop elke dag bij de vdab groetensoep-cursus leert ons dat er nogal veel van deze ex-Oostblokkers in onze middens zitten.
Op zich vind ik deze mensen vrij sympathiek. Ze hebben een soort onverschilligheid over zich, die gecombineerd wordt met een gecamoufleerde doelvastheid. Bij de lessen zijn ze meestel net genoeg mentaal aanwezig, tussen de rookpauzes door, om voor de nodige punten te zorgen.
Ik hou wel van dit soort mensen, ze zijn meestal vrij hard werkend, wat niet van Belgen kan gezegd worden eens je ze van naderbij bekijkt, en gaan voort op wat ze zelf onderzoeken en uitvinden in plaats van klakkeloos alles over te nemen wat hen aangeleerd wordt.

Waar ik echter wel een probleem mee heb is de verhalen die ze vertellen over het hoe en waarom van hun verblijf hier. Zo is het een gangbaar iets voor Russische jongemannen om te gaan lopen uit hun thuisland uit schrik voor de legerdienst, iets waar ik volledig kan inkomen gezien de gruwelijke verhalen. Het probleem is dat ons land daar, los gezien van de menselijke kant van de zaak, niets mee van doen heeft. Deze kerels komen dus naar hier om het beter te hebben (wat ik ook zou doen in hun plaats uiteraard), ze gaan eender welke opleiding volgen en krijgen vanaf dan twee assistentes, een paar docenten en een handjevol administratieve steun onder hun spreekwordelijke konten. Iets dat veel geld kost, … en niet meteen iets opbrengt.

Menselijk gezien mogen deze mensen van mijn part gerust hier komen werken en leven om mee te genieten van de voordelen die dit land te bieden heeft. Ik bied deze mensen met plezier een pintje aan zelfs. Ik ben dan ook zelf een dopper, geen politieker die het land moet besturen en van de ondergang vrijwaren. Dat laatste daar wringt’m een serieus schoentje mijn inziens, aangezien het blijkbaar als normaal wordt beschouwd dat twee van de zes leerlingen exact om deze redenen in deze opleidingen zit. Waar ze eerlijk gezegd, heel vaak plek in nemen van mensen die Nederlands kunnen, hier belastingen hebben betaald en gewerkt hebben.

Je zal maar de arbeider van een groot bedrijf zijn dat net op de fles is gegaan, die meteen weer aan de slag wil en zich gaat omscholen bij de vdab. Om dan te horen dat er een wachttijd is van een jaar tot twee jaar voor de opleiding die je zou willen volgen. Terwijl die opleiding spreekwoordelijk vol zit met mensen die hun legerdienst in Rusland ontvluchten!? Iets klopt er niet. Jammer genoeg kan je dit soort observaties niet maken zonder meteen voor ultra-rechtse zak uitgemaakt te worden. Het is en blijft moeilijk uiteraard om een balans te vinden tussen een goed werkend sociaal vangnet en een open invitatie voor iedereen die in zijn of haar land in de miserie zit.
Graag zouden we iedereen voeden, onderwijzen en helpen. De middelen zijn echter beperkt, net dat maakt het zo jammer dat er niet echt ‘gekozen’ wordt voor die of gene mens, maar men laat de boel maar op z’n beloop. Het is net zo’n laks first-in-first-out systeem waar duchtig misbruik van wordt gemaakt. Spijtig dat traditioneel linkse politici dit onderwerp blijven mijden, het is nochtans sociaal om een systeem dat opgezet is om mensten te helpen niet te laten verloederen of leegzuigen maar om het integendeel te versterken en streng te beheren zodat het kan blijven bestaan.
Misschien is dat meteen wel de grootste vergelijking tussen het oude Oostblok en het Westen, we zijn allebei even laks maar op een verschillend tempo.


Gepubliceerd via http://dagboekvaneendopper.blogspot.com/

Nederlands spreken

In ons land is er altijd wel wat te doen over de zogenaamde taalfaciliteiten. Wat vaak over het hoofd gezien wordt door mensen die graag met de ene of de andere taalvoorkeur komen aanzetten, is het feit dat een taal een zeer belangerijk aspect is van communicatie op de werklvloer.
Het is dan ook heel jammer om te zien hoe bij de vdab nogal wat mensen in cursussen en opleidingen gezet worden waar ze eigenlijk geen bal van begrijpen. Niet omdat ze dom zijn, maar vooral omdat ze de taal niet machtig zijn.

Tegelijk met deze vaststelling lees ik dat men het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen gaat sluiten omwillen van bespraingsmaatregelen. Ik zie hier de besparing niet echt eigenlijk, wanneer je ziet hoeveel mensen zonder kennis van het Nederlands tòch verplicht worden een opleiding te volgen in datzelfde Nederlands, dan kan je alleen maar spreken van verkwisting van middelen. Wat heeft het voor zin om een Ghanees die nauwelijks zich verstaanbaar kan maken een opleiding tot dakwerker te geven wanneer deze al bij de eerste de beste werkgever door de mand zal vallen als iemand waar ‘moeilijk’ mee samen te werken valt.
Deze mensen willen werken, deze mensen willen Nederlands leren (diegenen die dat pertinent weigeren kan je trouwens makkelijk alle vormen van steun ontzeggen vind ik).
Toch gaat men dit centrum sluiten, puur om op korte termijn geld te besparen in deze crisistijd.
Op lange termijn zal zich dat wreken in meer onmondige mensen, meer niet-Nederlandstalige werklozen en vooral een disrespect tegenover deze taal. Want zeg nu zelf, als het land waar je naartoe gaat zèlf het al niet meer de moeite vindt om lessen te geven in de voertaal, wat moet een buitenlander er dan hoog mee oplopen? Of verwacht de betrokken minister (socialist trouwens) dat deze mensen uit eigen beweging en uit eigen buidel een taalles gaan nemen?

Een cursus Nederlands is nochtans broodnodig, al was het maar om de nodige middelen die momenteel worden aangewend om opleidingen te geven toch een klein beetje nuttig te gebruiken.
Heel concreet: ik kan slechts met de helft van de studenten van onze klas groentensoep-maken een gesprek voeren tijdens de pauze. De rest zijn mensen uit het voormalige Oostblok die op de vlucht zijn voor hun legerdienst of economisch betere oorden opzoeken. Hen kan het niet veel schelen of ze een cursus automechanica, sierduiken of kinderverzorging volgen: als er maar geld op tafel komt en ze niet terug moeten van waar ze komen.


Gepubliceerd via http://dagboekvaneendopper.blogspot.com/