Antwerpen op zondag

Zondag’s door de binnenstad wandelen, ik had het al een tijdje niet meer gedaan.  Niet alleen was het er geen weer voor, maar ik begon uitgekeken te geraken op het centrum.
Ik begon mijn toch aan de Oudaan, waarna ik richting Groenplaats wandelde via de Korte Gasthuisstraat.
Deze straat is op zondag doods, wat verbazend is eigenlijk, gezien hier nog een boel winkels zijn die wel de moeite zijn.  Deze buurt is nog niet aangetast door de verloedering of overdreven toerisme.  Het is er ietwat élitair, maar dat is het goed recht vel elke winkelier vind ik (beter dan je hele straat vol te plaatsen met rommel en pitazaken).
De topper in deze straat is de viswinkel Van Bladel, waar je topkwaliteit vindt die je haast nergens kan kopen (en waar je ook diep in de buidel moet tasten).

Ik ging de schoenmarkt af en zag daar tot mijn verbazing een Albert Heijn supermarkt in de stijgers staan. Er was een tijd waarin ik dit een verraad zou hebben gevonden, maar tegenwoordig ben ik blij dat er eindelijk echte concurrentie komt voor de belgische prijs-afspraak supermarkten.
De supermarkt ligt daar trouwens ideaal om de Carrefour en Delhaize die op een boogscheut liggen, de duvel aan te doen.  Alle chance aan de Appie, …

Op de Groenplaats was er een soort Thaise markt bezig.  Het zag er zwart van het volk, zo veel volk tussen op elkaar geduwde kraampjes nodigt niet echt uit om er vrolijk tussen te gaan wandelen.  Een Nederlander botste tegen me aan, hij was een chipolata-worst aan het eten die net van een barbecue gril kwam.
Zoals we allemaal weten, is gegrilde Chipolate een Thaise specialiteit.  Wat een onzin.  Ge Groenplaats is meer en meer een evenementenhal aan’t worden, een soort plek waar om het even welke platvloerse organisatie of commerciële opgepompte rommel de boel kan komen overnemen en de stad inpalmen.  Vanaf Mei tot ongeveer December is de Groenplaats eerder een recreatie-centrum dan een plein.

Ik draaide de Oude Koornmarkt op, de vroegere ‘pitastraat’. Deze straat hebben de ondernemer van allerlei aanbestedingen hervormd tot een veelal autoloze straat.  De kleine trottoir van voorheen is nu veel breder, waardoor ook de horecazaken een deftig terras kunnen buitenzetten.  Ook hier botste ik tegen toeristen aan, verder was er niet veel te zien, niets nieuws, niets interessants.  Buiten het feit dat de beroemde Frituur n°1 dicht is.  Ik zag een hollandse toeriste er naar wijzen en zeggen dat dat ‘Jammer’ was.  Wel, eigenlijk niet, frituur number 1 mag dan wel een icoon zijn geweest sinds jaar en dag, maar goede friet bakken hebben ze daar naar mijn smaak, nooit gedaan.  Kwam daar nog bij dat je meestel voor rotte vis werd uitgescholden door de uitbaters wanneer je er al dan niet in beschonken toestand een pakje friet kwam bestellen.  Deze frituur is dicht, en ik kan alleen maar hopen dat er iets in de plaats komt dat niet te maken heeft met slechte frieten, nep-chocolade of andere toeristenprullaria.

Daarna ging mijn tocht richting Hoogstraat.  Hier was de boel wel open… het was haast triest om zien hoe alle winkels van voorheen ofwel vervangen waren door (alweer) toersitenprullen, ofwel met hun prijzen 2 à 3 keer de hoogte in waren gegaan.

De markt op de Sint Jansvliet was al even vergeven van toeristen, … ik hoorde een oudere Nederlander tegen zijn vrouw zeggen: “Je kan hier dus gewoon hetgeen we uit Egypte meenamen verkopen voor feeehl meejr”.

De Oever, Muntstaat en Nationalestraat doorwandelen liet me alleen maar de indruk achter dat, op wat toeristische ijs-crème en prullenwinkels na, Antwerpen op zondag een lege doos is.
Wat toeristen hier komen doen, is me dan ook een raadsel.

Laat deze mensen met rust


Ze bestaan dus nog. De stammen die diep in het Amazonewoud, tussen Peru en Brazillië verscholen zitten tussen de bomen. Beschermd door hun manier van leven en een ondoordringbaar oerwoud zijn ze vrij gebleven van belastingsdruk, koopkracht, iPod-junkies en Internet. Ze hoeven niet in de supermarkt aan te schuiven tussen stinkende mensen om met een paar uitgeknipte bonnetjes hun wekelijkse dosis suikers, vetten en chemische rommel te betalen. Ze hoeven niet bij een of andere minachtend kijkende bankbediende om een lening te smeken in een pak dat ze in de C&A hebben gekocht.

Deze mensen zijn vrij, ze jagen, leven en eten in een oerwoud zonder dat ze zich bewust zijn van wat zich daarbuiten afpeeld. Ze zijn nooit verwend geweest met allerlei overbodige electronische apparaten, en moeten nooit in idiote alliminum karretjes staan wachten in een file om op een kantoor te gaan zitten hun leven verdoen.
Deze mensen kunnen gewoon leven zoals het oorspronkelijk was.

Niet dat ik het zelf een dag zou uithouden in een oerwoud uiteraard, ik krijg al de kriebels na een dagje Ardennen. Ik ben danook een stadsmens die nooit anders heeft gekend en niet meer aangepast is aan het oerwoudleven. Daarom dat ik zo’n bewondering heb voor deze mensen. Ze vielen instinctief het vliegtuig aan dat over hun gebied vloog. Met pijlen en speren wilden ze de boze grote metalen vogel verjagen.
Ze leven echt in een oerwoud, en niet zoals stomme hippies die met een rugzak naar verre oorden trekken om te onthaasten of lekker anti-kapitalistisch te doen (terwijl ze in Marokko gekochte wiet blowen, Levi’s jeans dragen en met Ryanair vliegen).
Nee deze mensen zijn ECHT; deze mensen zijn niet kapitalistisch, ze leven tesamen in hutten en leven van wat ze vinden.
Ik smeek iedereen: laat deze mensen met rust.
Stuur ze geen flessen whisky, missionarissen of jeansbroeken. Bescherm hun gebied en laat ze leven zoals ze waarschijnlijk al 10000 jaar leven. Want dit is pas vooruitgang: diversiteit onaangetast laten bestaan op een planeet. Waarbij het onze verantwoordelijkheid is in de ‘ontwikkelede’ delen van de wereld om deze mensen te laten leven zoals ze willen, waar ze recht op hebben.

Maar waarschijnlijk zal ook hier het virus van het “andere culturen leren kennen” toeslaan. Met het bekende gevolg: een gekende cultuur is een dode cultuur.
De dag dat er een vliegtuig met Nederlandse toeristen neerstrijkt om deze mensen ‘in hun natuurlijke omgeving’ te gaan bekijken (en daarna een bakkie friet te eten) is niet ver af.

Steun : http://www.survival-international.org/

Een tochtje door Antwerpen

Vandaag ben ik, tegen mijn gewoonte in, ‘s zaterdags proberen buiten te komen. Meer bepaald naar de binnenstad van Antwerpen. Enkele jaren geleden was dit mijn vaste stek, elke dag wandelde ik er wel rond, ging op café, uitgaan, eten,… noem maar op.
De laatste jaren is er echter veel veranderd, en zeker niet op een positieve manier.
Ik hou van Antwerpen, ik zou er heel graag trots op zijn en zelfs terug gaan wonen maar het gaat niet.

Mijn tocht begon aan de Teniersplaats, vanwaar ik me meteen wegmaakte aangezien het er vol nieuwe-Marina’s liep. U kent ze wel, de vrouwen en meisjes die allemaal met de zelfde geblondeerde jaren-70 kapsels met zijstreep en bles rondlopen. Meestal in combinatie met dezelfde jeans en gestreepte truien en t-shirts. Het soort vrouwen dat buiten “shoppèèh” en geld vragen aan ouders/echtgenoot via de gsm weinig te doen hebben. Het liep er VOL. Ik snap ook niet waar die mensen vandaan blijven komen. Het lijkt alsof er ergens een soort cloning-facility is waar men dezelfde Friends-look-a-like’s blijven uitrollen. Ik kan met zulke wijven (want dat zijn het) geen 30 seconden een gesprek voeren zonder een scheldwoord te willen gebruiken. Buiten van die fluffy witte hondjes en tramchauffeurs zijn dit wel de meest nutteloze schepsels op deze planeet. Daarom dat ik deze mensen lekker liet rondlopen waar ze rondliepen, op de Meir en me naar de coffeenation begaf. Een andere koffie-liefhebber had me deze zaak aangeraden dus wilde ik er even iets gaan proeven uit hun rijk assortiment.

Uiteraard kon ik ook hier niet binnen van het volk. Hollanders, humo-lezende hippies en een paar emo-kids, maar vooral een heleboel van de eerder genoemde neo-Marina’s. Eentje die voor me stond aan te schuiven keek achter zich, bestudeerde me dan van kop tot teen (waarschijnlijk om te checken of ik wel de ‘juiste’ schoenen droeg) waarna ik haar zei dat ze beter zou doorschuiven in plaats van mensen vuil te bekijken. Ze was meteen gechoqueerd.
De tijd dat Antwerpse vrouwen iemand die een opmerking maakte van een stevig àntwààrps antwoord voorzagen is blijkaar ook voorbij. Ik ken gelukkig andere vrouwen:).
De ongetwijfeld in Berchem wonende tuttebel klakte met haar tong, ging nog eens door haar bleske met haar vingers en keek weg.
Aangezien ik weiger langer dan 5 minuten te wachten in een rij voor wat dan ook in deze fantastische vrije-markt economie, ben ik daarna buiten gegaan, waar er meteen 2 andere tuttebellen me bijna omverliepen omdat ze ook wilden gaan aanschuiven.
En wij maar lachen met de Soviets destijds, toen die voor een brood 100m stonden aan te schuiven…
Vandaar ging mijn tocht naar de Meistraat en de Nationale bank, vanwaar ik richting Groenplaats ging. Tot mijn grote verbazing waren alle mooie vervallen gebouwen die er op deze toch lagen vervangen door het soort Hollandse-stijl nieuwbouw zonder persoonlijkheid en inspiratie. Om maar te zwijgen over de fratsen die ze op de St. Katelijnevest hebben uitgehaald, waar men van een bloeiende winkelstraat opeens een dode hoek zonder parkeerplaatsen heeft gemaakt. Mooie boel, dank u socialisme?
Anyway, daarna in een van mijn favoriete café’s iets gaan drinken (de naam vermeld ik hier niet aangezien het daar dan achtereen ook vol toeristen zit).
Het café was zoals gebruikelijk enkel ingenomen door Antwerpenaren, ik heb er een koffie gedronken en ben daarna over de Groenplaats terug huiswaarts gekeerd met de metro die stampende vol stond.

Ik begrijp echt niet wat er aan is. Antwerpen suckt kompleet op zaterdag. Het enige dat je er ziet zijn shoppende tuttemiekes, hollanders die hun wil komen opdringen en gespuis. Toeristen: blijf weg hier!

In ieder geval ik blijf weg uit “mijn” stad op zaterdag. Laat de horde shoppers het maar overpakken, … ik dacht nochtans dat er een probleem was met de koopkracht? Niet voor deze mensen blijkbaar. Het wordt nochtans tijd denk ik.