verzonnen interview met Jurgen Verstepen

Ik vraag me af waarom journalisten de heer Jurgen Verstrepen nog interviewen.
Los van het feit of ik LDD nu een toffe partij vind of niet, is het toch vrij raar om te zien hoe deze voorman van lijst Dedecker in Antwerpen steeds weer vragen terugkaatst, herformuleert of ontwijkt in interviews.
Meer zelfs, in plaats van de broodnodige uitleg en verduidelijking te geven over de aan hem gestelde vragen, speelt hij een soort spel waarbij hij vooral journalistiek slim wil overkomen naar de kijkers thuis.
Met alle sympathie voor zijn doorzicht in de vragen die hem gesteld worden, maar je bent een politieker, geen instructeur op een cursus wetstraatjournalistiek.
Jurgen wil niet antwoorden, maar vooral de kijkers en luisteraars duidelijk maken dat HIJ de vraag door heeft, dat hij de dubbele bodem erachter kent.

Welnu, de meeste kijkers ook hoor Jurgen, daar hebben ze jou niet echt voor nodig.
Diegenen die naar zulke duidingsprogramma’s kijken willen in de eerste plaats een antwoord krijgen op de vragen en geen “zie je wel ik wist het dat die vraag ging komen”-gezeik.

Toch heeft zijn stijl me geïnspireerd.

Bij wijze van stijloefening, een volledig verzonnen interview met Jurgen Verstrepen:

“Mijnheer Verstrepen, kan u de kijkers even vertellen wat uw ambities zijn voor de komende verkiezingen?”

“Meedoen hé, uiteraard, anders zou ik niet op een lijst gaan staan, we staan er om een goede score te halen, dat spreekt toch vanzelf.”

“En denkt u de cijfers die in de peilingen naar voren zijn geschoven te halen?”

“Ik snap wat u probeert te doen, u wil me nu een uitspraak laten doen over de peilingen om die daarna dan terug in mijn gezicht te wrijven, maar dat zal niet lukken, ik zeg wat ik al altijd heb gezegd, en dat zou u moeten weten,dat we geen geloof hechten in peilingen.”

“Maar u komt daar toch goed uit niet?”

“Dat zegt u, wij zien alleen maar naar de verkiezingen, natuurlijk is een goede peiling beter dan een slechte, zoals we al eerder zegden op onze blogs, twitters, facebook en andere online diensten van lijst Dedecker.”

“Mijnheer Verstrepen, hoeveel is één plus één?”

“Ja kijk, dat soort vragen daar zie ik los door hoor, u probeert me nu twee te laten zeggen, maar dat hangt natuurlijk er van af hoe je uw vraag interpreteert. U wil dat ik ze als een eenvoudige optelsom interpreteer en dan twee zeg, nochtans is dat een één en een plusteken, wat vanalles kan zijn hé.”

“Ok maar het is een gewone optelsom dat weten we allemaal”

“Dat zegt u, ik heb het woord optelsom misschien gebruikt, maar dat betekend niet dat ik u volg in uw redenering, ik zeg niet twee, het is misschien twee, maar dat weten we niet zeker. En daar moet ik zelfs niet voor liegen.”

“Vult u het volgende rijtje eens aan: A, B en….”

“Ja daar gaan we weer met de dubieuze vraagstelling natuurlijk, als journalist zou ik ook die vraag stellen om me twee of C te laten zeggen maar nogmaals, we gaan daar geen antwoord op geven tenzij u daar natuurlijk zelf enige verduidelijking bij geeft.”

“Ik wilde gewoon weten of u het alfabet kende.”

“Ik ken het alfabet hoor, ik kan het zelfs van achter naar voor opzeggen, maar ik ga dat hier niet doen omdat u per sé wil horen dat ik C zeg, ik doe dat dus niet.”

“Denkt u dat u de verkiezingen gaat winnen en er eventueel een ministerpost in zit?”

“Minister, tja, diegenen die in de politiek meedoen en vaak zeggen dat ze minister gaan worden die doen dat maar, da’s voor hun rekening, ik zeg liever dat we meedoen aan de verkiezingen en daarna zullen zien. De coalitiepartners staan nochtans al te drummen, mijn telefoon staat roodgloeiend heel de dag.”

“Wat vind u van de eindconclusie van de Fortiscommisie?”

“Een maat voor niets, behalve dan de conclusie die Jean-Marie daar heeft aan gegeven natuurlijk, u probeert ons hier nu duidelijk uit elkaar te spelen zie ik, toch even zeggen aan de kijkers thuis dat wij aan dat soort zwendel met de waarheid nog niet meedoen.”

“Hoeveel zetels denkt u te halen in Antwerpen?”

“Hangt er vanaf hoeveel zetels er zijn uiteraard en hoeveel we er kunnen halen, dat hangt van de kiezer af, nog domme vragen?”

“Nee, dank u”

Jürgen Verstrepen en de smurfen


Ik volg JV (Jürgen Verstrepen) als een hele poos. Al dan niet gewild duikt hij steeds weer op, soms lawaaierig, soms vrij raak, soms totaal ongepast.
Ik was destijds een fervent radio luisteraar, al van bij radio metropolis in Antwerpen tot zijn tijd met de Zwart-Wit toestanden op TV volgde ik zijn programma’s.
Iedereen evolueert uiteraard, maar bij JV is het blijkbaar allemaal geplanned.
Waar hij eerst een vrij progressieve eigen talkshow had, waar ieder onderwerp aan bod kon komen, werd hij in de loop der tijd steeds meer bezeten van alles wat met migranten, islam en de VRT te maken had. Dit laatste kan verklaard worden door zijn kortstondige carriëre bij de VRT als off-screen stem bij bepaalde springerige spelprogramma’s (jaja we zijn het niet vergeten Felice! 🙂
Van toen af ging het nogal bergaf met deze presentator inzake objectiviteit. Al gauw zat Filip Dewinter vaker in zijn studio dan thuis en was het onderwerp om de andere week wel ‘migranten’. Met alle gevolgen vandien; waarschijnlijk leverde het luistercijfers op ofzo. (er is altijd wel een excuus).

De definitieve doorbraak als oproerkraaier kwam er met zijn VB periode. Zogenaamd als onafhankelijke zetelen bij een extreem rechtse partij is sowieso al onzin, maar dan ook nog een keer domme uitspraken beginnen doen als “daar moeten we zelfs niet voor liegen” (gezeten in een camionette samen met de partijtop terwijl ze de verkiezingsuitslag overlopen met de camera erbij). De vooropgestelde veranderingen in het medialandschap en het engagement om iets positiefs te doen voor de mensen werden al gauw een hoop lucht-liberalisme met een vleugje anti-alles-en-iedereen.

En toen kwam zijn glorietijd: LDD. De partij die veelbelovend, rechts en recht voor de raap is en waar ‘de streep’ uiteraard niet mocht ontbreken.
Samen met de hardrijders, lucht blazers en cijfertjes-verdraaiers kan hij nu onder de noemer “gezond verstand” de mensen verder meesleuren in een retoriek die eigenlijk bestaat uit: “ik weet het veel beter, laat mij maar doen”.

Het moet gezegd; JV is een harde werker. Hij Twittert, blogt, podcast en schrijft er op los.
De boekenwinkels staan danook vol met het typische volk-in-trainingspak die “eens nen boek gaan kopen van dien ene van op de radio die het zo durft zeggen”.
Op zich niks mis mee, ook non-politieke organisaties gebruiken het gepeupel en hun drang naar sensatie om prullaria te verkopen, de politiek is daarmee niet alleen.

Ze kopen dan een flutboek waarbij er eigenlijk niets nieuws gezegd wordt, maar waar het gepeupel de indruk van krijgt dat JV het allemaal weet.
Hij werkt hard, niet om uw centjes en welzijn, vooral voor zijn eigen rijkdom en glorie. Zoals zovele politici trouwens, ook daar valt hem op meeloperij na, niet veel te verwijten.

Wat pas erg is aan deze persoon is zijn luchtblazerij. Hij wil het media landschap vrijer maken, de vrt controlleren op hun verspilzucht, rechts EN links een stem geven, free speech verdedigen, Vlaanderen rijker en beter maken, de mensen informeren, de islamisering aan de kaak stellen… noem maar op. Zijn blog staat vol met bedoelingen (goede en andere). Maar het ontbreekt totaal aan visie. Wanneer je op hem stemt weet je niet waar hij ècht voor staat. Gisteren was het VB, nu LDD, morgen misschien weer iets anders moest hij met een slecht been uit bed zijn gestapt.
Je weet niet waarvoor je precies stemt, wel waartegen (alles). Een heel duidelijk beleidsplan (al dan niet in boekvorm) zou wonderen doen. In duidelijke, niet mis te verstane, niet voor interpretatie vatbare taal liefst. Zodat we na je verkozen periode in het parlement kunnen stellen of je iets gedaan hebt of niet.
Want door tegen ALLEs te zijn, heb je natuulijk altijd gelijk gehad. Om de haverklap zeg je dan: “zie je wel, ik had dat al eens gezegd” of “dat idee had ik ook al” of nog erger: “Ik heb in die zin ooit al eens een wetsvoorstel gedaan”.
Gedaan met die zever dus, gewoon op papier zetten, uitgeven, en dan kunnen we je rekening eens maken.

Toch zijn er positieve kanten aan JV: hij kan het niet laten om af en toe zwaar uit de bocht te gaan (entertainment) en af en toe de VRT eens lik op stuk te geven waar nodig.
Het liefst zou hij zichzelf zien als minister van media, om dan wraak te kunnen nemen op al die kleine linkse mensen die zijn carrière daar hebben verpest. Om daarna minister van binnenlandse zaken te worden om dan al die mensen terug te pakken die hem ooit geld hebben gekost.
De realiteit is echter dat buiten een rommelige blog en wat losse ideeën die nooit in wetsvoorstellen worden gegoten, er niet veel van in huis zal komen.
LDD is een rechtse partij gevuld met ex Vlaams Belang’ers en geldwolven. Vroeg of laat loopt dit toch op de klippen door interne ruzies, want de media is veel te makkelijk te bespelen voor mensen als JV en hun aanhang.

In ieder geval, qua proteststem kan hij tellen: indien je een vertegenwoordiger wil die lastig doet, hard werkt en zijn mond nooit houdt, dan ben je bij hem aan het goed adres. Verwacht geen beleid, meer eerder lawaai. (Toch al beter dan op een levend lijk te stemmen die daar maar wat zit voor zich uit te staren uiteraard).